De Raad van State heeft een negatief advies uitgebracht over het op 8 juli ingediende wetsvoorstel bij de Tweede Kamer om parkeertarieven aan te kunnen passen naar de emissies van een voertuig.
Het wetsvoorstel maakt het voor gemeenten mogelijk om parkeertarieven aan te passen afhankelijk van de uitstoot van een voertuig. Oftwel, het parkeren van een elektrische auto is goedkoper dan een auto die wel uitstoot heeft. De onderbouwing van het wetsvoorstel is dat dit zou zorgen voor een betere luchtkwaliteit in gemeenten doordat mensen eerder kiezen voor een duurzamer auto.
Twijfel
De Raad van State is echter van mening dat dit aspect van het wetsvoorstel niet voldoende onderbouwd is. Zo is niet zeker of dit ook direct zal zorgen voor een betere luchtkwaliteit. Bovendien zet men hiermee belastingregelgeving in voor niet-fiscale doeleinden, wat uitvoering van de regelgeving complexer maakt. Conceptueel kan men ook aanvoeren dat ‘een geparkeerde auto hoe dan ook geen emissies heeft’. De Raad van State roept dan ook op om een en ander beter te onderbouwen.
Toch door
Vooralsnog lijkt staatssecretaris Van Veldhoven van milieu de plannen toch door te willen zetten. Zo zouden er onderzoeken zijn die aantonen dat het stimuleren van de verkoop van elektrische auto’s zorgt voor een betere luchtkwaliteit. Ook het inzetten van dit financiële instrument voor groene doelen staat niet haaks op elkaar.
Uitwerking
De nieuwe wettekst geeft alleen dat tarieven afhankelijk kunnen zijn van de parkeerduur, parkeertijd, ingenomen oppervlakte, ligging van parkeerterreinen en dus ook emissies van een voertuig. Maar… in de praktijk kan een gemeente dus ook conceptueel de tarieven omhoog gooien voor auto’s mét emissie waardoor we allemaal duurder uit zijn en elektrische rijders hetzelfde blijven betalen.