In steeds meer Europese steden zijn de afgelopen jaren milieuzones ingevoerd. Ook in Nederland zijn inmiddels meer en meer plekken te vinden waar gemeenten beperkingen opleggen aan het soort voertuigen dat wel en niet een binnenstad in mag. Echter, lang niet iedere automobilist is hiervan op de hoogte. Dit kan je, zeker in het buitenland, fikse boetes opleveren.
Gemeenten en overheden hebben zich als doel gesteld om de luchtkwaliteit in binnensteden zoveel mogelijk te verbeteren. Dit als onderdeel van de bredere duurzaamheidsdoelen. Dat dit nodig is in veel steden bleek afgelopen week, uit een onderzoek van het Europees Milieuagentschap. Groningen presteerde in Nederland het beste qua luchtkwaliteit, Nijmegen en Amsterdam scoren relatief slecht. De andere onderzochte steden – Enschede, Breda, Utrecht, Rotterdam, Den Haag en Heerlen, hebben al wel een redelijk goede luchtkwaliteit. Van deze gemeenten heeft alleen Heerlen nog geen milieuzone, Enschede werkt nu al aan het weren van voertuigen uit de binnenstad zoals scooters met verbrandingsmotor, een echte milieuzone volgt waarschijnlijk op termijn. Door schadelijke emissies zoveel mogelijk te vermijden in binnensteden moet de luchtkwaliteit omhoog gaan. Dit levert uiteraard ook logistieke uitdagingen op, zoals het omschakelen naar elektrische vrachtwagens en bestelbussen voor ondernemers.
Fikse boetes
De boetes voor het negeren van een milieuzone lopen sterk uiteen. In Nederland liggen deze rond de 100 euro. In Oostenrijk kan zo’n boete oplopen tot 2.000 euro en in Denemarken tot wel 2.700 euro. Pas dus goed op in het buitenland.