jaap posthumus / Shutterstock.com
Er zijn maar weinig woorden die de automobilist zoveel angst inboezemen: rekeningrijden. Een spook dat al sinds de jaren ’80 veelvuldig besproken is. Waar zitten we op dit moment?
Afgelopen maand presenteerde de overheid een onderzoek naar de kansen en varianten van rekeningrijden. De cijfers lijken positief; voor zover je hier vertrouwen in wilt leggen. Rekeningrijden zou de uitstoot van stikstof en CO2 terugbrengen met maximaal 24 procent. Daarnaast zou er zo ook een prikkel uitgaan om de aanschaf van elektrische auto’s te stimuleren. Verder zou de verloren reistijd door files tot 68 procent lager kunnen zijn. Een en ander is natuurlijk koffiedik kijken en afhankelijk van de gekozen variant van de heffingen.
Geen besluit
Hoewel er dus mooie resultaten voorspeld worden ten aanzien van rekeningrijden is de weerstand groot. In ieder geval deze kabinetsperiode zou er hoe dan ook geen besluit komen over dit ingrijpende besluit. Regeringspartij D66 wil echter wel graag dat het huidige kabinet toch nog een aanzet doet voor plannen om dit uit te voeren. In het geldende coalitieakkoord was echter alleen afgesproken dat er proeven gehouden zouden kunnen worden. D66 ziet zich gesterkt door het onderzoek en wil desondanks wat meer vaart. Het volgende kabinet zou dan immers direct aan de slag kunnen. De partij ziet de meeste kansen in een kilometerheffing die gebaseerd is op de uitstoot van de auto, in combinatie met de plaats en tijd waar mensen rijden. Oftewel, een vervuilende diesel in de spits kost meer dan een zondagsrijder in een elektrische auto.
Niet dus
De reactie bij de VVD kunnen we raden: “Ha, niet dus.” De partij is geen voorstander van zulke heffingen en ziet meer in verjonging en vernieuwing van het wagenpark. Bovendien zijn extra kosten voor de automobilist in deze uitdagende tijd geen goed plan. Het ligt in de lijn der verwachting dat dit thema pas eind volgend jaar verder opgepakt zal worden. Foto: jaap posthumus/Shutterstock.com