Hadden we het de vorige keer over een stammenstrijd om oldtimers zo origineel mogelijk te willen houden, kunnen we daar verder over praten als het gaat om de toekomstige aandrijving van oldtimers. Want het gaat snel met de elektrificering van ons wagenpark en steeds meer binnensteden gaan op slot voor oude auto’s met een traditionele benzine- of dieselmotor. Daarnaast mogen er in ons land vanaf 2030 alleen nog elektrische personenwagens nieuw verkocht worden. De vraag rijst dan ook wat we aanmoeten met brandstof aangedreven oldtimers op termijn? Nu lonkt er ook voor klassieke auto’s best een milieuvriendelijke oplossing, maar de vraag is hoe dat gaat vallen bij de puristen in de klassieker wereld? Want hoe origineel is een oldtimer als er een elektromotor in gelegd wordt. Gaan we het typisch ronkende en zo herkenbare geluid van een oude kever of lelijke eend niet enorm missen?
Als oldtimers op termijn steeds meer geweerd gaan worden door gemeenten, maar waarschijnlijk ook voorzieningen voor brandstofmotoren (denk aan werkplaatsen, benzinestations enz..) afgebouwd worden, wordt het rijden in oldtimers er niet makkelijker op. Daarnaast worden ombouwkits, om een oldtimer te voorzien van een elektromotor, steeds beter betaalbaar. Elektrificering van een oldtimer vraagt nu nog om een stevige investering van tussen de 20.000,- en 40.000,- euro, afhankelijk van type motor, actieradius en batterij. Maar als de vraag daarin gaat exploderen zullen de prijzen vast ook stevig gaan dalen. Dat je over een aantal jaren je oldtimer om kunt bouwen voor een bedrag van onder de 10.000,- is niet ondenkbaar. Het blijft echter de vraag hoe oldtimer minnend Nederland daarop gaat reageren en vooral ook handelen. Blijven de oudjes op termijn achter het hek staan als museumstuk of zien we ze toch op enige termijn geruisloos voorbij stuiven op Neerlands wegen. De toekomst gaat het ons leren…
Foto: George Sander, Flickr
Tekst: Pieter Hof uit Boekelo is Saabliefhebber en lid van het bestuur van de Historische Automobiel Vereniging HAV.