Zoek een occasion

U heeft geen filter geselecteerd!

Column: Elektrische concurrentie bij het stoplicht

Als jochie vond ik het altijd behoorlijk spannend als ik naast mijn vader in de auto zat te wachten bij een stoplicht. Ondanks dat mijn vader niet zoveel met auto’s had, vond hij het wel leuk om bij het stoplicht als eerste weg te zijn. Dat had dan vaak niet te maken met de auto waarin we reden, maar wel met zijn techniek van lang genoeg optrekken in een versnelling en dan op tijd weten te schakelen. Hoe leuk is het dan om met een Fiat Uno toch sneller weg te zijn dan met een VW Passat.
In de loop der jaren heb ik in meerdere Saabs rondgereden en dat waren vaak rappe auto’s. Nu ik al een aantal jaren boven de 50 ben behoort het sprintje bij het stoplicht – met in gedachten mijn vader naast me – toch minder tot de gewoonte. Dat heeft ook te maken met het gegeven dat mijn vrouw het behoorlijk kinderachtig vindt. En eerlijk is eerlijk, er is ook niet zoveel lol meer aan als vroeger. Sta je daar met een auto met een 2 liter turbo motor aan boord naast een elektrische Renault ZOE die in dezelfde 9,5 seconden naar de 100 sprint. Daar is toch geen eer meer aan te behalen?
Met het toenemende aandeel van EV’s in het verkeer en de enorme vermogens om snel te accelereren in dat soort auto’s, ontstaat er eigenlijk een nieuwe orde op de weg. De traditionele snelle brandstof aangedreven motoren maken daarbij niet meer de dienst uit bij stoplichtsprintjes. Is er dan helemaal geen eer meer te behalen? Jawel hoor, de actieradius van elektrische voertuigen zijn nog steeds niet indrukwekkend. Kon ik vroeger meer dan 1000 kilometer rijden in mijn Saab turbodiesel, moet een moderne Tesla het rond de 450 km wel opgeven. Maar hoe lang dat nog gaat duren? En misschien is dat maar goed ook, een nieuwe tijd, een nieuwe orde…

Auteur: Pieter Hof uit Boekelo is Saabliefhebber en lid van het bestuur van de Historische Automobiel Vereniging HAV. Facebook.com/twentsesaabvrienden en Facebook.com/HAVmedia