We leven in onzekere tijden op dit moment. Het Corona-virus zorgt voor een fikse domper op de autoproductie en verkoop, maar er is tussen dit alles ook nog positief nieuws te melden. Zo zijn de brandstofprijzen juist aan het dalen.
Het klinkt misschien raar, maar de olieprijzen hebben opmerkelijk weinig te maken met de daadwerkelijke productie. Vaak zijn het juist de politieke en globale factoren die een grote invloed hebben op de marktprijzen van olie. Momenteel zien we dalende prijzen, maar niemand weet precies hoe lang deze situatie gaat duren.
Bredere context
De olieprijzen zijn de afgelopen tijd sterk aan het dalen. Vorige week maandag stond de prijs van een vat Brent-olie op 33 dollar; de laagste prijs in vier jaar tijd. De oorzaak ligt in de dalende vraag naar olie voor brandstoffen als gevolg van de wereldwijde corona-uitbraak. Minder vraag betekent dat de olieproducenten hun prijzen verlagen om inkomsten te behouden, maar tegelijk ook samen werken aan verlaging van de productie om zo het prijspeil weer omhoog te drijven. Dit alles levert veel onzekerheid op voor zowel de producenten, beleggers op de beurs als pomphouders.
Gunstige brandstofprijs
Vooralsnog is de consument aan de pomp even de winnaar in dit geheel. Volgens United Consumers was de prijs aan de pomp afgelopen donderdag 1,689 euro voor 1 liter Euro 95. Een daling van 1,2 cent ten opzichte van de maandag ervoor. In Duitsland schelen de prijzen nog veel meer. Eigenlijk had de daling nog forser moeten zijn – de globale olieprijzen kelderden in het weekend ervoor met 30 procent.