We staan aan de vooravond van 2021. En net als veel andere prijzen en kosten gaan ook de boetebedragen weer omhoog. Komend jaar weliswaar niet zoveel als de afgelopen jaren. Maar iedere euro is er één, zeker omdat ze vaak vermijdbaar zijn.
De meeste boetes gaan met 5 of 10 euro omhoog. De overheid past een inflatiecorrectie van 1,6 procent toe, wat minder is dan de stijging van 2,7 procent afgelopen jaar. Wel zijn de uiteindelijke bedragen afgerond. In de categorie ‘dat doen we allemaal wel eens’ gaan de boetes voor dubbel parkeren en afslaan zonder richtingaanwijzer naar 100 euro. Het niet dragen van een veiligheidsgordel, onnodig links rijden, stilstaan bij groen licht en het niet voeren van een zichtbaar kenteken maakt de overheid u 150 euro lichter. Hoe asocialer en risicovoller het gedrag, hoe hoger het bedrag: voor door rood rijden, rechts inhalen, een kruispunt blokkeren, geen voorrang verlenen of de vluchtstrook gebruiken zonder noodzaak gaat 250 euro kosten. Onnodig geluid veroorzaken en een gehandicaptenplek onnodige bezetten levert boetes op van 400 euro.
Werkt het ook?
Over de effectiviteit van boetes is altijd veel discussie. Eentje die vaak hand in hand gaat met de kans op handhaving. Immers, we houden ons doorgaans goed aan de snelheid omdat er overal flitskasten staan. Maar het niet voorrang verlenen of een gehandicaptenparkeerplaats bezetten brengt vaak een lagere pakkans met zich mee. De effectiviteit is omstreden; áls er boetes komen, volgen deze pas laat na de echte overtreding. Hierdoor is de link tussen overtreding en straf psychologisch erg klein, waardoor er geen afschrikwekkende werking vanuit gaat.