De afgelopen decennia zijn veel campagnes gevoerd om het rijden onder invloed van drank terug te dringen. En met een redelijk succes; de meeste automobilisten zijn zich goed bewust van de risico’s die zij lopen. Drank maakt overmoedig en vergroot het risico op ongevallen – en de straffen zijn fors. Maar op het gebied van drugs- en medicijnengebruik is er nog veel minder bewustwording.
In 2017 werd de speekseltest voor drugsgebruik in het verkeer ingevoerd. Hiermee kan de politie snel vaststellen of een bestuurder onder invloed is van onder meer cannabis, morfine, heroïne, amfetamine en aanverwante middelen. Dankzij de test worden nu maandelijks zo’n 1.000 mensen aangehouden voor rijden onder invloed van drugs. Ook lachgas zien we vaker als oorzaak van ongevallen, maar dit valt niet onder de test. Projectleider Infrastructuur van de politie, Paul Broer, sprak van verontrustend hoge aantallen. Dit is namelijk vergelijkbaar met de hoeveelheid drankrijders. Het zijn bovendien ook lang niet altijd jongere bestuurders of feestgangers; er zijn ook voldoende volwassen, ervaren bestuurders die zich hier schuldig aan maken. Veel mensen onderschatten de gevaren van rijden onder invloed van dit soort middelen. Zo wordt er ook meer en meer gewaarschuwd voor het gebruik van medicijnen in het verkeer. Veel middelen beïnvloeden het reactievermogen waardoor men een groter risico loopt op een ongeval. De waarschuwingen op de verpakkingen staan er immers niet voor niets op. Een bestuurder die onder invloed een ongeluk veroorzaakt, riskeert naast straffen ook dat de verzekering niet uitkeert.